4.4.11

GLAS

1. Schuren

We hebben het glas geschuurd met zes verschillende grofheden.
Van bijna glad schuurpapier naar heel grof schuurpapier.


We kwamen tot de conclusie dat de vier zachtste geen effect hadden.
Met de twee meest grove schuurpapiertjes behaalden we pas effect.


Door hard te schuren komt er een wit poeder van het glas.
Dit is helemaal niet scherp, dus je hoeft niet bang te zijn voor glasschilfers.


Het effect is een mat, dof glas, waar je niet meer helder doorheen kunt kijken.
Het maakt het licht wat er doorheen komt zachter.




2. Vullen


Door krijtpoeder op te stapelen in een glas, worden alle onderdeeltjes tegen de kant gedrukt.
Omdat onbewerkt glas een transparant materiaal is, 
kun je van de andere kant nog steeds zien wat erin zit.
En bij dun glas, zou het haast lijken alsof het poeder materiaal vanzelf in die vorm blijft staan.




3. Kleurenfilters


Door transparant gekleurd plakfolie over glas te plakken onstaat er 
een kleurenspectrum aan licht dat er doorheen schijnt.
Op deze foto's vooral zichtbaar op de grond.


Omdat hier gebruik wordt gemaakt van licht, kunnen we schaduw en silhouetten niet vermijden.




4. Reflectie


Glas heeft een hoog reflectie gehalte.
Op onderstaande foto hebben we zoveel mogelijk reflectie proberen te fotograferen.




5. Branden

Glas in lucifefvuur houden, veroorzaakt zwarte vlekken op het glas.



6. breken



Door een glas te laten vallen breekt het makkelijk. De randen waar het glas is gebroken zijn scherp.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten